woensdag 31 oktober 2007

Russische generaals geven “lessen” van het Rode Leger in Afghanistan

In EenVandaag werden woensdagavond gesprekken uitgezonden die de actualiteitenrubriek voerde met de Russische militaire top die in 1979 leiding gaf aan de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan.

Kunnen wij van hun ervaring leren? Zijn de lessen die het Rode Leger leerde in Afghanistan van toepassing op de huidige NAVO-troepenmacht? Dit vroeg EenVandaag onder meer aan de generaals.

De generaals uit Rusland blikken terug op het verleden en geven de Nederlandse regering onomwonden advies.

“De missie is moeilijk uitvoerbaar. Met zo weinig mensen kan men een vierkante kilometer beschermen en zichzelf beschermen. Kleine eenheid, klein gebiedje.”

Volgens een generaal ziet een Afghaan “elk buitenlands leger op zijn grondgebied als agressor.” Dit is een belangrijke conclusie.

Volgens de Russische generaals heeft het geen zin.

Maar als de NAVO zich terug zou trekken, dan ontstaat er een zware strijd tussen de verschillende groeperingen in Afghanistan onderling.

Deze strijd werd ook nog steeds gevoerd toen de Verenigde Staten in oktober 2001 de aanval openden op het regime van de Taliban, hoewel zij vrijwel heel Afghanistan binnen een aantal jaar onder controle hadden gekregen.

Inktvlekstrategie
Van de inkvlekstrategie die Nederland voor ogen stond is nog niks terechtgekomen, integendeel, de Taliban heeft de laatste tijd steeds meer terrein gewonnen, zei het ministerie van Defensie een paar dagen geleden.

Dit heeft grote gevolgen voor de mensen die samenwerkten met het Nederlandse leger of de Afghaanse regering, defensie meldt dat er de afgelopen tijd zeker 19 mensen zijn vermoord door de Taliban.

Veiligheidsmissie
In Nederland is een discussie aan de gang of het een “opbouwmissie” is of een “vechtmissie”. Maar bovenal is de International Security Assistance Force een “veiligheidsmissie”, en Afghanistan wordt steeds onveiliger, heeft president Hamid Karzai onlangs verklaard.

11 september
De oorlog in Afghanistan begon al een maand na de aanslagen van 11 september 2001 op de Verenigde Staten.

De VS wilden het brein achter de aanslagen, Osama bin Laden, die zich op dat moment in Afghanistan zou bevinden, pakken, en het Taliban-bewind dat hem onderdak verleende uit het zadel werpen omdat ze Osama bin Laden niet uit wilden leveren.

Binnen twee maanden was de Taliban van de macht verdreven, maar sinds twee jaar hebben ze zich gereorganiseerd en voeren nu een bloedige opstand uit tegen de regering van president Hamid Karzai in Kabul en de aanwezigheid van buitenlandse militairen in het land.

Het Russische leger viel in 1979 Afghanistan binnen om de regering te steunen tegen een rebellie. Afghanistan stond toen bekend als de (communistische) Democratische Republiek Afghanistan en werd van 1979 tot 1986 geleid door president Babrak Karmal.

In 1988 trokken de laatste Russische troepen zich terug uit Afghanistan. Officieel zouden er 15.000 Russische troepen in het land het leven hebben verloren, maar andere schatten het aantal op 40.000 tot 50.000.

Het was uiteindelijk Michael Gorbatsjov die in 1986 had besloten dat de Russen zich uit Afghanistan terug zouden trekken. Na de terugtrekking onstond er een bloedige strijd tussen legers van verschillende krijgsheren om de macht.

De Taliban wilden een eind maken aan de macht van de krijgsheren. Maar ze voerden een strenge islamitische sharia-wetgeving in, en namen veel maatregelen tegen de bewegingsvrijheid van vrouwen.

Dit soort maatregelen, onder meer samen met het bieden van onderdak aan Osama bin Laden, vervreemdde ze van de internationale gemeenschap.